Onderlinge verbondenheid

Onderlinge verbondenheid

Afgelopen vakantie mocht ik in Doetinchem preken. Tot onze verrassing kwamen wij daar ook nog gemeenteleden tegen, die zelf evengoed verrast waren. De dienst herinnerde me weer even aan de diensten die ik van de meeste Baptistengemeenten gewend ben. Ze zijn vaak blijmoedig, warm en we delen het geloof met elkaar. Dat bracht mij op het avondmaal. In de meeste Baptistengemeenten wordt de dienst met avondmaalsviering met een lied afgesloten. Men geeft elkaar daarbij de hand ten teken van de onderlinge verbondenheid. Dat vind ik altijd een mooie uitdrukking van gezamenlijk geloof. Meestal viert men eens per maand het avondmaal. Het gaat mij nu vooral even om de tekst van het lied. Het staat in de bundel ‘Liederen voor de Gemeentezang’. Het is lied nummer 481 uit die bundel en men zingt dan altijd couplet 4. Dat gaat als volgt:

Wij reizen met elkander;

wij wand’len hand aan hand;

d’een is tot troost de ander

op weg naar ’t vaderland.

Komt, sterkt opnieuw de moed!

Weest rustiger en blijer

van aardse banden vrijer!

Ons wacht een hemels goed.

De vakantiereizen zijn voor de meesten voorbij. De reis met elkaar gaat door. Dat hoeft niet in de vorm zoals dat bij anderen gaat. We mogen wel met diezelfde verbondenheid en met dezelfde intentie van het hart op weg blijven.