Yom Kippoer

Yom kippoer is de meest heilige dag van het jaar voor Joden. Ze zijn dan het dichtst bij God te zijn. Op 10 Tisri (zonsondergang 4 oktober – avond 5 oktober) huilt het Joodse volk. Zij belijden hun zonden. Ze eten en drinken niet, wassen zich ook niet en houden zich aan een aantal andere voorschriften. Deze dag is een eeuwige verordening, zoals Leviticus 16: 29-30 ons verteld:

Dit is voor u tot een eeuwige verordening: u moet in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, uzelf verootmoedigen en geen enkel werk doen, de ingezetene niet, en de vreemdeling die in uw midden verblijft, evenmin. Want op deze dag wordt voor u verzoening gedaan om u te reinigen. Van al uw zonden wordt u voor het aangezicht van de HEERE gereinigd. Het is voor u sabbat, een dag van volledige rust, opdat u uzelf verootmoedigt. Dit is een eeuwige verordening.

Als je het gedeelte helemaal leest, wordt duidelijk dat de Hogepriester een belangrijke taak had in de verzoening. Hij moest de zonden van het volk op een bok overdragen door handoplegging. De Verzoendag herinnert ons ook aan de pijnlijke geschiedenis van Gods volk, die nu geen tempel heeft om bepaalde offers te brengen. Nu bidden Joden over de hele wereld in hun synagogen en bij de Klaagmuur. Misschien heeft u de indrukwekkende beelden gezien dit jaar. Een overvol plein bij de Klaagmuur en zingende Joden. Het is zo vol dat je er niet meer tussendoor zou kunnen lopen. De zonde van het gouden kalf klinkt door in de vele zonden die de Joden belijden. Nu niet bij de tempel, maar in de tempels van hun harten.

Op een dag zal Gods volk niet meer naar die Klaagmuur kijken, maar de Messias zien en beseffen dat Jezus deze Messias was en is. Ook dan zal er geweend worden. Ik zie verlangend uit naar de dag dat Gods volk zich in volledige toewijding en erkenning aan Hem zal overgeven. Hij is niet alleen de Messias, maar op Hem werden ook de zonden overgedragen. Niet alleen die van Israel, maar ook onze zonden.

Het belijden van zonden gaat vooraf aan verlossing. Wij mogen dit weten op grond van ons geloof in Jezus, die in onze plaats is gegaan. Yom Kippoer is in dat opzicht ook voor ons een herinnering aan Hem, door wie de verlossing is gekomen. Wij belijden met één mond dat onze zonden en die van de Israëlieten, van gouden kalf naar de overtredingen in ons hart, om vergeving schreeuwen. Wij hebben die verlossing ontvangen. Gods volk zal die verlossing ook proeven.

Vandaag (6 oktober) hoorde ik op de radio dat onze koning en de minister-president de Joden een gelukkig (Joods) nieuw jaar zouden moeten wensen. Dat zou een krachtig signaal zijn tegen het antisemitisme van onze tijd. Gelooft u het? Denkt men dat zo de zonde van de verachting van Gods volk teniet kan worden gedaan? Ik vrees het niet. Alleen Jezus kan de schuld weg nemen. En net als het Joodse volk, moeten anderen daarin volgen. Ook die dag komt. De dag dat mensen het uitroepen: verberg ons voor Gods aangezicht! Laat de bergen ons bedekken!

Nee, zo’n oproep aan de koning en de premier helpen niet. Wat wel helpt? Gebed voor Gods volk. Gebed voor mensen, dat zij tot inkeer komen. En vergeet u het niet? Ook wij moeten blijven belijden wat wij hebben gedaan. De Messias komt immers weer, wanneer Gods volk volledig tot inkeer komt. Grote Verzoendag wordt dan: Grote ommekeer!