Ware aanbidding

Ware aanbidding

Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. (Romeinen 12:1)

Regelmatig komt het als thema naar boven: aanbidding in de dienst. Gelovigen hebben er verschillende opvattingen over, hoe dat er uit moet zien. Is aanbidding een bepaalde manier van musiceren tijdens de samenkomst? Heeft het te maken met veel gevoel tijdens de muziek? Is het goed en na te streven of juist slecht? Of is er nog wel iets anders over te zeggen?

Bovenstaand Bijbelvers van Paulus is een krachtige oproep aan gelovigen. Je lichamen te wijden aan God. Paulus legt de verbinding met de offerdienst in de tempel. Daar moest een offer zonder gebrek zijn. Een offer voor God mocht geen gebreken vertonen. Als je het zo leest, dan hebben we met een haast onmogelijke opdracht te maken. Maar, zegt Paulus, dat is nou de echte godsdienst. Hij spreekt niet over de zondagse samenkomst. Paulus wijst op een levenshouding.

In het evangelie van Johannes gaat Jezus in op de vraag wat aanbidding is. De Samaritaanse vrouw stelt aan Jezus de vraag WAAR echte aanbidding zou moeten plaats vinden. Jezus’ antwoord is dat aanbidding juist niet aan een plaats gebonden is. Aanbidding blijkt bij Jezus ook een aanbidding met ons leven te zijn. Aanbidding doe je door de waarheid van Gods Woord vast te houden en er uit te leven, door de leiding van de Heilige Geest.

God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Joh 4:24)

Het heeft dus in eerste instantie niets met muziek te maken, noch de plaats waar de gemeente samen komt. Aanbidding gaat over leven in geest en waarheid.

Al onze gedachten, onze keuzes, onze woorden, onze daden, ja alles wat wij in het leven doen en laten dient in het teken van Godgerichtheid te staan. Dat is de echte aanbidding. Ik vind het wel eens jammer dat gelovigen in de discussie over aanbidding tijdens de dienst daar zo weinig op gericht zijn. Voorstanders en tegenstanders vernauwen het gesprek tot de manier waarop de muzikale momenten van de zondagse samenkomst worden ingevuld. Het maakt er wel onderdeel van uit, maar het is allerminst het enige. De andere kant is dus wel: ook de muziek hoort erbij. Ook het gebed, de prediking, de avondmaalsviering, de gesprekken vooraf en achteraf, de zondagsschool en ja, zelfs de creche. Wij worden opgeroepen zo te denken over aanbidding dat we bereid zijn ons hele leven in het licht van Gods genade te stellen.

Mag je dan geen gevoel hebben bij liederen? Dat is een hele verkeerde gedachte! Iedereen heeft gevoel bij muziek. De een heeft het alleen bij een ouder lied uit de bundel van Johannes de Heer, een ander heeft het eerder bij een modern Opwekkingslied. Beide zoeken hetzelfde in die muziek: dat die hen mag raken. Niet alleen de melodie speelt daarbij een rol, maar ook de tekst. De tekst drukt uit wat we geloven. Daarom moeten we er ook zeer bewust van zijn wat wij zingen. De een zingt dan graag zittend en de ander weer staand. Ook onze lichaamshouding kan iets zeggen. Psalm 63: 4-5 zegt bijvoorbeeld:

Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen. Zo zal ik U loven in mijn leven, in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.

David is in de woestijn van Judea. Hij beeld zich in dat hij in de tempel staat, maar gebruikt zijn lippen om God te prijzen en heft zijn handen op in de Naam van God. Meermaals spreekt David hierover. Toch hoop ik dat u niet in de valkuil stapt aanbidding terug te brengen naar dat uurtje dat we op zondagmorgen samen komen. Geef je hele leven aan God, erken Hem in heel je leven. Dat is ware aanbidding en zulke aanbidders zoekt God!