Overdenking: Palm zondag

Overdenking: Palm zondag

Palmzondag is de dag dat we Jezus’ intocht in Jeruzalem gedenken, waarbij Jezus duidelijk verklaart: Ik ben de Messias. In de aanloop naar deze dag zei Jezus juist vaak het tegenovergestelde. Wanneer Hij zieken genas, demonen uitdreef, blinden hun zicht weer gaf en de verlamden liet lopen, zei Jezus vaak dat de genezen persoon in kwestie er verder niets over moest vertellen. Jezus wist namelijk dat Hij snel gevangen genomen zou worden, zodra bekend werd wie deze Jezus was. Hij was niet bang voor mensen, maar wist dat er een geschikte tijd was, waarop Zijn identiteit als de Joodse Messias bekend moest worden.

Zacharia 9 maakt duidelijk dat de Messias nederig, rijdend op een ezelsveulen, Jeruzalem binnen zou rijden. Dit is wat de Joodse toeschouwer gelijk kon zien in het beeld van Jezus op het ezelsveulen. De profetie van Zacharia werd vervuld.

Nog enkele eeuwen eerder kwam Judas de Makkabeeër op dezelfde wijze Jeruzalem binnen, nadat hij de Griekse overheersers had verslagen. Ook deze Judas werd met palmtakken binnen gehaald. Dat het hier weer gebeurde bij de intocht van Jezus, brengt ook de eerdere geschiedenis met de overwinnaar Judas de Makkabeeër in herinnering. Maar meer dan deze historische herinnering werden ook Psalmen aangeheven.

Helaas waren er twee groepen mensen met heel verschillende reacties. De ene groep riep het uit: “Hosanna, gezegend hij Die komt in de Naam van de Heer, de koning van Israël! Daaraan zie je hoe ze Jezus ontvingen. Die andere groep werd het te veel. Sommigen kwamen naar Jezus toe en zeiden: “Meester, berisp Uw leerlingen!”

De reactie van Jezus is treffend. “Als zij zwegen, dan schreeuwden de stenen wel.” Daarmee maakte Jezus duidelijk dat de uitroep van die eerste groep klopte. Hij was inderdaad gekomen in de Naam van de Heer. Hij was de koning, in de lijn van David. Hij was de Messias. Dat maakt Jezus glashelder. Het is alsof Jezus zegt: “Zij weten heel goed wat ze zeggen. Zij weten wie Ik ben. Zij weten waarvoor Ik gekomen ben. Zij eren me zoals het zou moeten. Zouden deze mensen het niet roepen, dan zouden de stenen het alsnog uitroepen.” Daarmee geeft Jezus ook aan dat de stenen als het ware meer wijsheid hadden dan de Farizeeërs, die nu naar Jezus waren gekomen om dit ‘toneelspel’ te beëindigen. Dat viel natuurlijk niet erg goed. De woede werd groter. Hoe durfde Jezus dit te zeggen? Op dat moment durfden ze Jezus nog niet gevangen te nemen. Maar de listige gedachten ontwikkelden zich met de dag tot steeds kwadere plannen.

De een is opgewekt, de ander boos. En toch geraken ze later allemaal in verwarring. Als Jezus de Messias is, waar volgt dan Zijn heerschappij? Die vraag werd steeds belangrijker richting het Joodse Paasfeest. Wie is Jezus nou echt precies?

Voor ons mag diezelfde vraag ook overdacht worden. Wie is Jezus? Wat zeggen wij, tweeduizend jaar later? Wat zeggen we over Jezus op Palmpasen, de dag dat we Jezus’ intocht gedenken? Ook gaan onze gedachten naar de volgende ontmoeting. Maar eerst ontvouwen zich de gebeurtenissen richting datgene wat we met Pasen is gebeurd. Heel bewust mogen we dat gedenken… en vieren. Want Pasen is voor ons ook: Gods genade op zijn best!